Aalzen de Jager en J L van der Broek (de bevrijding van Ureterp)

Begin april 1945. Alle berichten wijzen erop dat ook de bevrijding van Ureterp niet lang meer op zich zal laten wachten. Dat deze lang verbeide dag een zo dramatisch begin zou hebben, heeft niemand kunnen vermoeden.

Omstreeks deze tijd rukken de Canadese troepen steeds verder naar het noorden op. Als het ware vooruit gedreven, vindt men her en der groepjes Duitse militairen die het niet op een confrontatie laten aankomen.

Iedereen hoopt op een spoedige bevrijdingsdag. Ook de N.B.S.-post Ureterp. Deze mannen, die allen voorzien zijn van een vuurwapen en zich in het omgaan daarmee hebben geoefend, vragen zich af wat ze kunnen doen om de bevrijding te bespoedigen.

In de nacht van 9 op 10 april wordt de doorgang op de Mounleane (toen een belangrijke weg) geblokkeerd door middel van 2 bomen en door een sleuf door de weg te graven. Twee nachten later, 12-13 april, worden alle ANWB borden in de omgeving verwijderd en alle borden van de Duitse Wehrmacht verhangen en of verwijderd.

Dan, op vrijdag 13 april om 14.00 uur, geeft de plaatselijke commandant van de N.B.S. te Ureterp de opdracht aan alle leden van de groep dat de plaatselijke commandopost moet worden betrokken. Deze post was ingericht in het toenmalige “café Gorter”. Dit café bevond zich in de boerderij, nu Weibuorren 20. Die middag komen er berichten dat de Canadezen tot aan Donkerbroek zijn gevorderd. Terwijl men in de post bespreekt wat men gaat doen, komt er een bericht binnen dat vanuit de richting Duurswoude over de Mounleane een boerenwagen richting Ureterp komt. Deze wagen is bemand met 4 bewapende landwach-ters, kennelijk op de vlucht. Tegen 17.00 uur bereikt deze wagen Ureterp en gekomen voor de commandopost, wordt hen door de N.B.S.-ers te verstaan gegeven dat ze moeten stoppen.

Ze trekken zich hier niets van aan, ze blijven doorrijden, ondanks de schoten die hen worden nagezonden. Twee leden van de N.B.S. zetten de achtervolging in en slagen erin om de wagen bij Ureterp-Vallaat te achterhalen. De 4 landwachters geven zich zonder slag of stoot over en laten zich ontwapenen. Daar worden nog 4 leden van de Duitse Wehrmacht aange-troffen, die zich ook overgeven. Met inmiddels ter plaatse gekomen hulp wordt het achttal overgebracht naar de commandopost te Ureterp en daar onder bewaking opgesloten.

Waarschijnlijk aangemoedigd door het welslagen van deze actie, besluit men over te gaan tot verdere actie. In Ureterp worden de avond van 13 april 32 mensen aangehouden. Dit betrof voornamelijk pro-Duitse mensen, waaronder N.S.B.-ers. Ook deze 32 mensen worden in de commandopost gevangengehouden. Nu men 40 mensen had te bewaken en niet wist hoeveel daar nog bij zouden komen, gingen er stemmen op om versterking te halen. Er bieden zich 2 vrijwilligers aan om richting Donkerbroek te gaan, om versterking te halen bij de Canadezen. Deze 2 vrijwilligers, politieman C. Tump en N.B.S.-er P. Leenes, vertrekken ‘s nachts om 2.00 uur in zuidelijke richting. Tot voorbij Bakkeveen verloopt de reis zonder problemen. Echter rond 3.00 uur, tussen Haule en Haulerwijk, worden de mannen vanuit het donker aangeroepen door 2 gewapende mannen, vermoedelijk Duitse militairen, met “Wie daar?”. Tump antwoordde met “Politie”. Direkt hierop vallen enige schoten en Leenes ziet Tump neervallen. Zelf raakt hij gewond aan zijn arm, maar weet te ontkomnen. 

In de morgenuren van 14 april zijn de N.B.S,-ers te Ureterp nog onwetend van het gebeurde, zij hopen op de hulp van de Canadezen. Inmiddels hebben de Ureterper N.B.S.-ers versterking gekregen van de N.B.S-ers van Hemrik en Wijnjeterp.

Tegen 5.30 uur worden de N.B.S.-ers gealarmeerd als het bericht komt dat uit de richting Duurswoude een wagen, getrokken door 2 paarden, richting Ureterp gaat. Op de wagen zitten 45 gewapende Duitse militairen. De N.B.S.-commandant besluit dat de stellingen aan de wegzijde van het café dienen te worden ingenomen door de bewapende mannen.

Als de wagen tot de commandopost is genaderd, roept de commandant dat de Duitsers zich moeten overgeven. Ze blijken dat echter allerminst van plan te zijn, springen van de wagen en vuren onmiddellijk met handmitrailleurs en geweren. Dit vuur wordt direct door de N.B.S.-ers beantwoord en er volgt een hevige strijd. Nadat er door de Duitsers ook gebruik gemaakt wordt van handgranaten en pantservuisten blijkt de strijd te ongelijk te zijn. Door de granaten raakt de voorzijde van de commandopost volledig verwoest. De commandant besluit zijn mensen terug te trekken en geeft daartoe bevel. Voor de mannen die vooraan liggen is dit, door het hevige vuur, niet mogelijk. De anderen zoeken een heenkomen. De Duitsers dringen hierna de commandopost binnen en bevrijden de 40 gevangenen. Ze willen verder trekken, doch de paarden voor de wagen zijn in het gevecht gedood.

Eén van de N.B.S,-ers heeft zo snel niet weg kunnen komen en heeft zich in de stal terug getrokken. Hij zit daar een koe te melken als de Duitsers hem vinden. Mee op zijn aanwijzing krijgen de Duitsers 2 andere paarden. Deze worden voor de wagen gespannen en men staat op het punt om verder te gaan als 6 Canadese gevechtsvoertuigen uit de richting Mounleane Ureterp binnenrijden. De bemanningen hebben het geweld gehoord en komen schietend met hun zware wapens het dorp in. De strijd is nu binnen 10 minuten beslist, de Duitsers geven zich over en worden ontwapend.

Zaterdag 14 april omstreeks 6.00 uur is Ureterp bevrijd en kan de trieste balans van deze laatste 2 dagen worden opgemaakt.

Naast eerdergenoemde marechaussee Cornelis Tump, verloor de N.B.S. in deze strijd:

Aalzen de Jager en Jan L. van der Broek uit Ureterp,

Jacobus ten Berge uit Groningen,

Jan Welfing uit Hemrik en H. Visser uit Drachten.

Verder waren er 4 gedode en 9 gewonde Duitse militairen. De gewonden werden bij dokter Minkema binnen behandeld. Eén van hen overleed daar, de andere 8 werden overgebracht naar het R.K. -ziekenhuis in Drachten.

Op de weg lagen 4 dode paarden. Naast het geheel vernielde voorste deel van het café, liepen 5 woningen in de directe omgeving schade op door rondvliegende kogels.

Met behulp van de Canadezen worden de door de Duitsers bevrijde gevangenen weer ingerekend.  Een aantal gaat naar het kamp in Hemrik en de rest naar Donkerbroek.

In de tuin voor de boerderij, Weibuorren 20, de plaats waar het drama zich afspeelde, is later een bruine treurbeuk geplant ter nagedachtenis.

Bron:   Culturele Raad Opsterland, mei 1985; brochure “Fietsend door gastvrij Opsterland”

            Uitgave ter gelegenheid van het 40-jarig Bevrijdingsfeest   

Schuiven naar boven